75 jaar Indië Herdenking - Herinneringen aan mijn moeder

Gepubliceerd op 15 augustus 2020 om 15:51

Vanochtend liep ik door de Korsjespoortsteeg in Amsterdam langs het geboortehuis van Multatuli. Iets langer dan normaal stond ik door het raam te turen naar wat zich daarachter bevond. Een verzameling van spullen en meubels die ooit aan Multatuli, schrijver van de Max Havelaar, toebehoorden. Vandaag, 15 augustus, is het precies 75 jaar geleden dat in Nederlands-Indië de oorlog tegen Japan beëindigd werd. We herdenken deze dag alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.

 

Buigen voor de Jap (Tjideng)

Eduard Douwes Dekker (Multatuli)

De Baboe (fragment uit: "Ze noemen me Baboe")

Max Havelaar

Multatuli (Eduard Douwes Dekker) was één van de eerste schrijvers die de Nederlandse koloniale politiek in Nederlands-Indië openlijk bekritiseerde. De politieke heerschappij over Indonesië was in het begin van de negentiende eeuw van de VOC overgedragen aan de Nederlandse regering. Het zogenaamde Cultuurstelsel – een productiesysteem dat de planters veel voordelen gaf - veroorzaakte een wijdverbreide corruptie met veel armoede en  hongersnood onder de inheemse bevolking tot gevolg. Multatuli bracht met de Max Havelaar (1859) dit systeem van politieke uitbuiting onder de aandacht van het grote publiek en zette daarmee de eerste stap naar verandering. Het moest echter nog bijna een eeuw duren voordat de Nederlandse kolonie definitief aan Indonesië werd overgedragen.

 

Stijfselpap en wollen sokken in het Jappenkamp

Dat de Tweede Wereldoorlog op 15 augustus 1945 nog niet werkelijk beëindigd was is ons maar al te goed ingepeperd door mijn moeder, geboren in Batavia (nu Jakarta) en in 1943 als 14-jarige samen met haar moeder, zusjes en broertjes geïnterneerd in Tjideng, één van de Jappenkampen op Java, waar zij tot het einde van de oorlog bleef. Zij werd er omroepster voor de gaarkeukens. Behalve over het dagelijks en soms urenlang in gebogen houding op appèl staan in de bloedhitte, het eten van stijfselpap en het breien van sokken om over het gedèk (bamboe-omheining) te gooien in ruil voor wat eten, sprak zij verder zelden over de kamptijd.

 

Geschreeuw in de kampongs en lijken in de sloot

De Bersiap-periode daarentegen kwam vaker aan bod. Niet tot in details. Zeker niet. Wel de angst die zij als jong meisje had om wat hen te wachten stond nu de Indonesiërs onder leiding van Soekarno vastbesloten waren het land naar de onafhankelijkheid te leiden. Noodgedwongen bleven zij nog tot het voorjaar van 1946 in het kamp, dit keer onder bescherming van de zo gehate Japanners en later overgenomen door de geallieerde soldaten. De lijken in de omliggende sloten en het geschreeuw in de kampongs, waar tegenstanders van de Indonesische vrijheidsstrijders zonder pardon werden afgemaakt, of dat nu Indo-Europeanen, Chinezen of -  zoals mijn moeder - Totoks (een in Nederlands-Indië geboren Europeaan) waren, zou haar een leven lang bijblijven.

 

Vier weken op de boot naar Nederland

Graag vertelde zij over de leuke bootreis in juli 1946 naar Holland. Verenigd met haar vader die tijdens de oorlog te werkgesteld was aan de Birmaspoorweg ging het gezin op weg naar de vrijheid in Nederland. Een reis die maar liefst 4 weken duurde. Het leven zonder angst was echter van korte duur. Krap een jaar later vertrokken zij alweer richting Bandoeng waar haar vader werk had gevonden. Dat was hem in Holland niet gelukt. Maar in 1950 keerden zij definitief terug naar Nederland.

 

Ikan eten met de Baboe

Mijn moeder heeft altijd een dubbel gevoel overgehouden aan haar binding met Indonesië. Soms droomde zij even weg en dacht aan haar gelukkige kindertijd van voor de oorlog, toen zij in Medan woonde en de hete dagen ontvluchtte aan het meer van Brastagi in het hoger gelegen achterland. De hoge bomen, het warme zonlicht, de frisse bries en de weidse uitzichten. De manga’s en de djamboe’s die zij plukte met haar broers en zusje, of de dagen die zij doorbracht met de baboe, bij wie zij liever nasi ikan (rijst met vis) at in plaats van haar bordje bajam (spinazie) thuis. Dan weer verzonk zij in somberder gedachten die met de jaren steeds vaker terugkwamen.

 

Door haar verhalen over de mooie en minder mooie tijd in Nederlands-Indië realiseer ik mij hoe belangrijk vrijheid en tolerantie is. Daarom herdenken ook wij vandaag de slachtoffers, alle slachtoffers, van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de daaropvolgende conflicten.

 

Heleen Schreuder

 

Links:

Multatuli huis in Amsterdam

https://15augustus1945.nl/

Mooie documentaire van Sandra Beerends over de baboe's in Nederlands Indië:  http://www.cinemadelicatessen.nl/film/ze-noemen-me-baboe/

https://www.indischherinneringscentrum.nl/themas/indie-oorlog/de-bersiap-periode-en-de-koloniale-oorlog

 

#bersiap #koloniaalverleden # tweedewereldoorlog #indië #indisch #indonesie #herdenking #75jaarherdenking #tjideng 

 

Reactie plaatsen

Reacties

jim
2 jaar geleden

Leren decoloniseren? Industrie ontbost om palmolie te winnen met alle ecologische rampen die daarvan het gevolg zijn en 't opzadelen met ons plastic afval is als restprodukt van de westerse beschaving een ander beschamend hoogtepunt. Wat is kapitalisme toch een voortreffelijk systeem. Niks excuses!
https://eenvandaag.avrotros.nl/item/nederland-is-kampioen-plastic-afval-exporteren-plastic-soup-foundation-wil-een-verbod/
Natuurlijk ben ik geen robot, zijn links soms verboden